Brief door Aya Sabi

Aya Sabi

Brief door Aya Sabi

Lieve wie je ook mag zijn,

Als deze brief je bereikt, hoop ik dat je vingers over het papier van de envelop gaan en dat de dooraderde huid van je handen zich langzaam warmt aan het idee dat je een brief hebt mogen ontvangen die je betovergrootmoeder honderd jaar eerder schreef. Het is 2023 en zeer uitzonderlijk om een brief te ontvangen die niet van de belastingdienst is. Ik weet niet wat jouw relatie is tot het ontvangen van brieven. Misschien heb je niet eens een brievenbus, ontvang je jouw belastingbrieven in een ultramoderne, virtuele postbus die zich met je meebeweegt. Dat moet heel vervelend zijn.

Ik sluit mijn ogen en zie jou voor me als een meisje dat een briefopener heeft, omdat ze graag mooie dingen koopt die eigenlijk niet nodig zijn, maar dan wil ik mij zo graag in jou zien en zo ontstaan de grootste generatiekloven. Open de brief zoals je wil.

Het zou kunnen dat de wereld zich na de grote klimaat-apocalyps in een prehistorisch tijdperk zal bevinden en dan sta je hier nu met een vel nietszeggende tekens in je handen. In dat geval hoop ik dat je dit papier aan flarden scheurt en ontdekt dat je zo je buitenvuur harder kan doen oplaaien. Dan heb je toch wat van mijn moederlijke warmte mogen ervaren. Ik wil niet aan dit scenario denken, omdat het zou inhouden dat we vreemden voor elkaar zijn, maar ook omdat het betekent dat we als mens niet in staat waren om onze eigen ondergang te voorkomen.

Dat laat ik niet gebeuren, niet in de fictieve toekomst die aan de basis ligt van deze brief. Een toekomst waar ik de volledige controle heb. Je staat hier, met de brief in je hand, al dan niet met een briefopener in de andere en je kijkt naar dit vel en je verstaat elk woord dat ik nu schrijf en dat jij in een later nu leest.

Lieve meid, ik ben de grootmoeder van jouw moeder en dit is de tweede brief die ik schrijf vandaag. Ik ben kortgeleden een briefcorrespondentie gestart met een Duitse schrijver. Ik heb haar naam ingetikt op het internet, benieuwd naar wat zij allemaal had gemaakt, wat zij in interviews had gezegd, op welke podia zij had gestaan, welke statements en meningen zij had geuit, welke prijzen zij had gewonnen. In de paar seconden dat de zoekresultaten verschenen bedacht ik dat ik deze correspondentie helemaal niet zo wilde beginnen. Ik wilde haar leren kennen aan de hand van wat zij mij over zichzelf vertelde, aan de hand van wie zij voor zichzelf was.

Wat wil ik jou vertellen? Ik kan je zeggen wat ik tot nu toe denk te weten. Hoe ik vind dat een nieuwe rechtvaardige wereld eruit kan zien. Ik zou je kunnen vertellen hoe je een toxische partner herkent, hoe je slaapproblemen oplost (magnesiumolie, pukka slaapthee, een goede hormoonhuishouding, regulatie van je eigen zenuwstelsel en niet vergeten te ademen) of hoe je kip kruidt. Ik zou een lijstje voor je kunnen maken met de inzichten die ik verzameld heb, maar dat lijstje verandert elke twee uur. Ik zou je kunnen vertellen wie ik denk te zijn, maar daar heb je helemaal niets aan. Als je dit leest ben ik morsdood.

In deze brief leef ik. Ik ben de moeder die nog geen moeder is maar wel tegen de dochter van haar kleindochter spreekt. Het is moeilijk een houding aan te nemen bij deze nieuw verworven rol.

Vanochtend kwam ik aan op een open plek. Het sneeuwde en in de verte rookte de schoorsteen van een klein houten huis, er brandde licht binnen. Ik had net kilometers afgelegd door een verlaten bos, waarin ik voor vossen heb moeten schuilen, onder de rand van mijn gympen gloeiden verse blaren, ik probeerde mijn verkleumde vingers warm te blazen maar mijn adem was ijskoud, mijn sokken doorweekt. Ik strompelde naar het huis, klopte zachtjes op de eiken deur. Ik was bang dat ik deze mensen tot last zou zijn, de deur ging met een zwaai open en daar stond een vrouw die vertelde dat ze me al verwachtte. Ik werd achterdochtig, maar de angst om dood te vriezen won van mijn achterdocht. Ik stapte naar binnen, mocht op de mosgroene bank gaan zitten, net naast de brandende kachel, een donsdeken werd rond mijn schouders gelegd. De vrouwen - ik schat zo’n 33 - staakten hun bezigheden en kwamen één voor één bij me zitten.
Uit de keuken een kinderstem ‘ik wil haar de thee brengen!’ Wie geeft er nu in vol vertrouwen een hete glas thee aan een kind? Zo onverantwoord. Toen het meisje in de woonkamer verscheen zag ik de twee zwarte staarten en keek ik naar mezelf toen ik vier jaar oud was, in een rode Mickey Mouse jurk, zoals ik ooit poseerde voor de schoolfoto in groep één. Nu lachte ik, waren mijn ogen niet glazig, het meisje zei: ‘Wat ben je mooi.’ En dan zag ik het: al deze vrouwen leken op elkaar, al deze vrouwen lijken op mij, ze zijn mij in verschillende levensfases.
Ik mocht blijven zolang ik wilde en iedere keer verwelkomden ze mij alsof ik te lang was weggeweest, maar nooit verwijtend, zonder schuldgevoel. Ik ga soms langs en dan zeggen ze dat ze me missen, maar ze weten ook dat ik in de leeftijd zit waarin ik ervoor kies om veel te werken, veel te schrijven, veel te doceren, veel te lezen. Daar hebben ze begrip voor. Ze sorteren mijn bagage, suggereren dat ik bepaalde dingen beter hier kan laten, zodat ik ze niet voor de rest van mijn leven moet mee dragen.

Voor het huis met de rokende schoorsteen is er een schommel, als de sneeuw smelt, lachen we met z’n allen in het lentelicht en schommelen we staand richting de lucht, steeds hoger. Wanneer ik uitzoom, achter de horizon, het wolkendek, zie ik dat het ene touw van de schommel vast is geknoopt aan mijn rechterrib en het andere touw van de schommel aan mijn linkerrib, onderhuids, tussen longen en hart, daar zit ik, daar zitten wij die ik zijn en daar kan helemaal niemand bij.

Het is een visualisatietechniek om mijn innerlijk kind te helen, om alle delen van mezelf te accepteren, om te zeggen tegen mijn lichaam dat ik veilig ben. Ik doe dit om de cirkel van pijn te doorbreken, zodat jij niet elke ochtend in de spiegel hoeft te kijken, in het moment net na ontwaken – volgens experts het moment dat we toegang hebben tot ons o, zo koppig onderbewustzijn – je ogen zoekt en zegt: ‘ik hou van je, ik hou van je, ik hou van je’ in de hoop dat het op een dag tot je doordringt. Zodat jij geen hypnose, pilates en praattherapie nodig hebt om aan je pijn te komen, zodat je niet naar de fysio moet gaan om te leren ademen, zodat jij niet volwassen hoeft te worden om dan een ouder voor jezelf te zijn.
Ik ga geen wereld voor je schetsen, geen toekomst, geen verleden, geen politiek systeem, geen economisch wonder, geen briefopener, zelfs geen huis, wat je wil weten, wat je graag eet, waar je in gelooft, wie je wil zijn, van mij hoef je zelfs je kip niet te kruiden. Mijn grote, kleine wens is dat jij gewoon mag zijn, dat je loskomt van generaties opgehoopte pijn. Dat je echt ergens thuis kan komen, aankloppen, dat er thee wordt gezet en een deken voor je klaarligt, dat je je geen andere versies van jezelf hoeft in te beelden.

Als je dit leest, wil ik ook dat je je over mij geen zorgen maakt. Ik ben nog nooit in mijn leven zo geweest, zoals ik ben, er zijn momenten waarop ik dood kan gaan van vreugde en dan zijn er ook momenten dat ik gewoon huil en weet: het is goed zo. Ik hoef je niet te beschermen voor pijn, je gaat ervaren wat het is om mens te zijn en dat is hoe jij in je volledigheid thuis mag zijn in jezelf.

Veel liefs,
Aya

 

Aya Sabi - Half Leven

*Deze brief verscheen eerst in onze brochure. Wil je deze brief lezen zoals het bedoeld werd? Haal jouw exemplaar van de brochure op C-mine.